Bonnie and Clyde

Bonnie and Clyde is een misdaadfilm uit 1967 van regisseur Arthur Penn. Deze baanbrekende film, met Warren Beatty en Faye Dunaway als hoofdrolspelers won twee Oscars. De film was gebaseerd op het leven van de beruchte misdadigers Bonnie Parker en Clyde Barrow. De film lanceerde ook de carrière van acteur Gene Hackman, die de rol van Clydes broer vertolkt.

Zoals steeds wilde ik wat meer weten……..


23 mei 1934 – Het wereldberoemde bankroversduo was zo overrompeld door een politie-hinderlaag dat ze hun wapens niet meer konden grijpen. De geliefden stierven ter plekke door een regen van kogels.
Bonnie Parker en Clyde Barrow groeiden beiden op op het Amerikaanse platteland met een vrij uitzichtloos bestaan. In 1930 leerden ze elkaar kennen tijdens een bezoek aan een gezamenlijke vriend.

Om indruk te maken op Bonnie overviel Clyde een keer een kruidenier en nam de kassa mee. Dit was het begin van hun droom van vrijheid en avontuur, al stelend door de straten trekken. Sinds die dag lieten ze overal een spoor van vernieling achter.

Ze verwierven echter een soort heldendom, aangezien ze zich voornamelijk richtten op banken en de kleinere bedrijfjes ontzagen. Ze maakten hun eigen mythe groter door zelf de pers in te lichten over hun heldendaden, compleet met foto’s en gedichten.


Bonnie Parker werd geboren op 1 oktober 1910 in Rowena, Texas. Haar ouders waren hard werkende fabrieksarbeiders die leefden van het minimumloon. Ze was een goede studente op de middelbare school. Ze sprong er vooral uit met creatief schrijven en had een zwak voor kunst. Haar favoriete kleur was rood; als ze het ooit zou kunnen betalen zou ze alleen modieuze kleding kopen in díe kleur. Haar vader overleed op jonge leeftijd en haar moeder werd daardoor gedwongen om Bonnie en haar broertje en zusje naar Cement City te brengen, waar ze mochten wonen bij hun grootouders. Op 16 jarige leeftijd trouwde ze. Ze werd serveerster. Ze besefte echter dat het leven haar veel meer te bieden had.

Clyde Chesnut Barrow, bruin haar met zijscheiding, bruine ogen. Vrouwen vonden hem aantrekkelijk. Zijn ouders waren arme boeren en er werd van hem verwacht dat hij meehielp op de katoenvelden van Teleco, TX. Hij verhuisde met zijn ouders, broers en zussen naar een buitenwijk van Dallas, waar zijn vader werkte bij een benzinepomp. Ook hij wist dat het leven méér te bieden had dan dit.
Bonnie en Clyde waren voor elkaar bestemd.

In Clyde zat een soort van vulkaan verborgen. Hij was woest op de regering en de economie van USA. Het was in de periode van 1930, de grote beurscrash op Wallstreet. De Amerikaanse droom stortte in.

Terwijl ze banken en winkels overvielen in 5 staten: Texas, Oklahmoma, Missouri, Louisiana en New Mexico, waren de Amerikanen geschokt over hun ‘Robin Hood-achtige” avonturen. Het beeld van een jong meisje als Bonnie dat opeens thuishoorde in het rijtje van rovende motorbandieten was nog het meest opzienbarend.


Bonnie & Clyde

In hun gestolen auto’s hadden Clyde en Bonnie altijd wel hun Kodak camera liggen. Ze vonden het prachtig om op dramatische wijze te poseren met grote geweren en revolvers. Ze maakten zo een soort van gangsterplaatjes waarvan ze zelf dachten dat ze dit verdiend hadden. Ze poseerden vaak omarmd of zoenend. Toen ze overleden vond de politie een vol fotorolletje in de auto van hen samen. Avontuurlijk en zwaar verliefd.

Ze wisten allebei dat ze dood gingen. Misschien volgende maand, misschien volgende ochtend. Omdat ze wisten dat hun tijd samen beperkt was (hún duurde “tijd” 2 jaar lang) beslisten ze dat ze tot hun dood hiermee zouden doorgaan, voor het avontuur en de kick. Tot de dood hen scheidde. Bonnie’s laatste verzoek aan haar moeder was: “Breng me niet naar een begraafplaats, breng me thuis”.

De laatste 2 jaar van hun leven waren hectisch en avontuurlijk. Oneindige snelwegen, brandend in de Southwest zon, stoffige binnenwegjes van de ene auto naar de andere. Zowat de enige wind die ze in hun gezicht kregen was de wind die vanuit het opengedraaide autoruitje kwam. Een snel leven, op vroege leeftijd overleden, maar ze zouden het voor niets of niemand willen geruild hebben.


Clyde is nooit zijn eerste drie dagen in West Dallas vergeten. De gedachte alleen al om in het bijzijn van volwassenen te leven maakte hem ziek. Gedwongen om dagen lang onder een viaduct te wonen met nog meer gezinnen, omdat ze zo arm waren. De familie Barrow had de katoenvelden in Teleco achter zich gelaten en was naar Dallas gekomen met hun acht kinderen (waarvan Clyde de 5e was) om daar werk te zoeken. Na een paar weken kon Henry (pa) Barrow werk krijgen in een ‘Star’ benzine station. Hij verdiende niet veel maar ze hadden nu wel onderdak, een éénkamer woning met een voorgevel dat onder de Dr. Pepper reclame zat. Cummie (moeder) Barrow was zielsgelukkig met de nieuwe baan van haar man, nu konden eindelijk de kinderen netjes naar school, Cedar Valley. Clyde en zijn broer Ivan, “Buck”, spijbelden wel eens en gingen dan bij de andere kinderen zitten in de achterbuurt van Dallas.


Terwijl de jongens aan het spijbelen waren, liep ondertussen een knap meisje rond op de Cement City High School die alle aandacht kreeg van de jongens. Bonnie Parker was een erg goede studente volgens haar leraren, en men zag haar elke zondag met haar moeder en grootmoeder in de kerk. Het enige wat volgens haar moeder voor problemen zou zorgen was de jongen die elke dag met haar naar huis liep, Roy Thornton. Hij was een van de “bad boys”. Niemand, zelfs haar eigen moeder niet, was dan ook verrast dat Bonnie op haar 16e van school ging en wegliep.

Clyde en Buck gingen ook al van school af om hun dagen al slapend en rondhangend met de hillbillies in pool hallen door te brengen. Ze waren verveeld en gingen ruiten inslaan en af en toe een zak snoep stelen. Op een dag stalen de “Verschrikkelijke Barrows” zoals de buren het duo noemden een oude auto en reden ermee over de boulevard. Ze wilden geld en beslisten om een winkel te gaan overvallen, de Motor Mark Garage. De buit was snel en gemakkelijk binnengehaald en werd verdeeld op de achterbank van de auto. Een rondrijdende patrouille wagen van de politie was hen al gevolgd. Buck botste met de auto tegen een lantaarnpaal aan, Clyde ontsnapte maar Buck werd ingerekend. Hij moest enkele jaren zitten in Huntsville State Prison. Clyde echter leerde er niet van en ging de volgende avond met vrienden andere winkels in Waco overvallen.

Ook de echtgenoot van Bonnie, Roy, werd in de zelfde tijd als Buck veroordeeld tot een lange gevangenis straf. Bonnie verhuisde terug naar haar oma’s huis en werd serveerster ergens midden in Dallas. Ze was erg kwaad op Roy, ze had hem vaak gewaarschuwd: “Be careful!”. Het serveren was een harde baan. Er waren veel onaardige flirtende mannen in het eethuis, maar 1 man (een politie agent) was altijd erg vriendelijk en zei altijd goedendag. Niemand kon toen weten dat hij een van de mannen zou zijn die haar zou neerschieten minder dan 5 jaar later.

In 1929 zagen beiden, zowel Bonnie als Clyde, hoe het land terecht kwam in de ‘Grote Depressie’, de beurscrash op Wallstreet. Veel winkels in Dallas gingen failliet en mensen trokken massaal naar andere delen van de USA om daar opnieuw te beginnen.



Clyde ging ondertussen door met het terroriseren van kleine winkeltjes en overvallen te plegen. Het politie korps wist dat hij er achter zat, maar had niet genoeg bewijzen. Het kwam er nu op aan om zogauw ze een bewijs hadden hem daarna direct op te pakken. Zonder dat Clyde zich hiervan bewust was reed hij rond door Dallas. Hij had gehoord dat een zus van een van zijn maten van het keukentrapje gevallen was en ze haar arm gebroken had. Hij dacht dat een bezoekje haar goed zou doen en ging erheen. Daar aangekomen vroeg hij na een klein gesprekje wat dat lawaai in de keuken was. Waarop het meisje zei: “That’s a friend of mine, she is mixing up some hot chocolate. Go in and say hello. Her name’s Bonnie Parker.”

Het was liefde op het eerste gezicht voor beiden. Bijna hun gezamenlijke vriendin vergeten, praatten ze tot in de late uren die avond en zagen ze elkaar vanaf die dag dagelijks de volgende maanden.


Bonnie, totaal en helemaal verliefd, vergat zonder moeite haar man en reed zelfs in de auto van de bende terwijl Clyde en zijn vrienden winkels overvielen. Op 12 februari 1930 hoorde Clyde dat sombere mannen in lange zwarte jassen naar hem vroegen in Dallas. Clyde vertelde dit aan Bonnie en vertelde zijn criminele verleden van voor hij haar kende en dat hij maar beter even de stad uit kon gaan. Hij beloofde haar op de hoogte te houden doormiddel van ansichtkaarten. Bonnie beloofde op hem te wachten, hoe lang het ook duurde.

Die avond, tijdens het inpakken, werd Clyde gearresteerd. Clyde zat zijn dagen uit in Waco en wachtte op zijn proces. Bonnie stuurde hem brieven, maar vond de afstand tussen hen veel te groot en verhuisde naar haar nicht Mary in Waco. Tijdens bezoeken aan Clyde sprak ze ook wel een met zijn celvriend, Frank Turner. Hij vertelde dat hij binnenkort naar een andere cel zou worden overgeplaatst om daar de rest van zijn straf uit te zitten, een lange tijd, tenzij hij kon ontsnappen. Maar daar had hij een geweer voor nodig. Hij tekende een routebeschrijving voor Bonnie naar zijn huis, waar een geweer lag. Als Bonnie deze aan hem kon door smokkelen dan zou hij Clyde ook meenemen bij zijn ontsnapping.

Samen met Mary gingen ze rechtstreeks naar het huis, braken in en vonden het pistool. Volgende dag stopte ze het pistool in haar tas en schoof het onder het zicht van de bewakers door naar Clyde. Hij gaf haar instructies om terug te gaan naar Dallas en daar op hem te wachten. Tijdens het proces kreeg Frank te horen dat hij 20 jaar moest zitten voor zijn daden. Daarna, toen Frank terug gebracht werd naar zijn cel waar Clyde ook zat, richtte Frank het pistool op de bewaker die geschrokken en verrast gedwongen werd de plaats van de 2 in de cel in te nemen. Frank en Clyde ontsnapten.


Thuis las Bonnie vol geluk het grote nieuws in de krant. Bonnie snapte wel dat Clyde niet direkt naar huis kwam want het stikte van de politie in de straat, overal in Dallas. Ondertussen vluchtte Frank met Clyde naar Illinois waar ze weer overvallen pleegden op benzine stations en auto’s stalen. De schrijver E.R. Milner schreef in zijn boek ‘The Lives and Times of Bonnie and Clyde’: “Clyde stole automobile license plates and changed them frequently…a practice that he would use extensively later”. Later zou Clyde het direct na elke overval doen, want na het beroven van een trein , waarbij een voorbijganger het nummerbord onthouden had, werden ze niet lang daarna opgepakt door de politie en terug gebracht naar de gevangenis in Waco, Texas. Clyde kreeg 14 jaar en werd overgeplaatst naar Eastham Prison Farm Number 2 in Huntsville, TX.

Clyde werd door bewakers in elkaar geslagen en meerdere malen benaderd door homos. Een keer op een jaar mocht men brieven ontvangen, Bonnie schreef dat ze nog steeds op hem wachtte en sprak hem goede moed in.

Cummie, Clyde’s moeder had het verschrikkelijk zwaar. Ze miste Clyde. Een sympathieke rechter zou voor haar doen wat hij kon. Weken gingen voorbij tot het goede nieuws kwam. Omdat de financiële status van de Barrow’s zo slecht was mocht hij vrijkomen over 2 jaar. Clyde wou nog iets doen om zijn vrijlaten iets te versnellen, hij kreeg mede inmates zo ver om zich 2 tenen te laten afhakken, als een soort van ongeluk. Het werkte, me vond het sneu voor hem en op 15 februari 1932 wandelde hij lachend de gevangenis uit.

Clyde begon meteen Bonnie weer te zien en hun liefde werd intensiever. Hij had nu een nieuwe visie. Vanaf nu zou hij alles pakken wat hij nodig had, geld, alles. Bonnie ging weer met Clyde en zijn vrienden mee, ze gingen de doe-het-zelf winkel in Kauffman, TX overvallen. Dit was het begin van een lange reeks overvallen. Bonnie vond het prachtig en avontuurlijk, ze deed het voor het plezier en de romantiek. Bonnie diende die avond als uitkijk post in Kauffman. Ze zag hoe drie mannen waaronder Clyde, gewapend naar binnen gingen. Ze hoorde het alarm afgaan en hoorde Clyde zeggen dat ze in de auto moest gaan zitten. Ze reden weg. Clyde stopte snel het geld in de tas van Bonnie en beval haar uit te stappen en een kamer te gaan huren voor de nacht. Nog voor ze iets kon inbrengen werd ze de auto ‘uitgeduwd’: “But Clyde….”. Ze liep terug naar het stadje en vond het verschrikkelijk om zo ‘afgewezen’ te worden. De jongens moesten haar niet omdat ze een meisje was.

Op 30 April brak Clyde met een vriend van hem, Hamilton, in bij een drogist. Ze haalden hem en zijn vrouw uit bed, maar de man protesteerde. Hamilton schoot hem neer… Binnen de seconde waren Clyde en Hamilton veranderd in moordenaars. Clyde wist nu dat als hij opgepakt zou worden hij levenslang of de doodstraf zou krijgen. Hij maakte de keus om voortvluchtig te blijven en stelde Bonnie de vraag of ze hem steunde en meeging of dat ze alleen achter wou blijven. Ze gaf antwoord door middel van een lach en een omhelzing. Ze beloofde hem bij te staan tot het (bittere) einde.


Na een overval in Oklahoma waar weer een dode viel en een van de vrienden van Clyde achterbleef gingen Bonnie, Clyde en Hamilton richting New Mexico waar een tante van Bonnie woonde, Nettie. Een voorbij rijdende politie agent die het vreemd vond dat er een auto met nummerbord uit TX geparkeerd stond en vermoedde dat de auto gestolen was. Hij belde aan. Hij werd ontvangen door het pistool van Clyde. Clyde dwong hem in de auto te stappen, Bonnie en Hamilton kwamen mee. Dagen later – de agent was nog steeds niet gevonden door de politie en men verwachtte dat hij wel dood zou zijn – belde hij op vanuit San Antonio, TX waar zijn kidnappers hem heelhuids vrijgelaten hadden. Hij zorgde ervoor dat de wereld kennis maakte met Hamilton en het gevaarlijke duo. Ze hadden hem vol trots hun naam verteld: Bonnie en Clyde.

Clyde was zich maar al te goed bewust van zijn positie: eenmaal opgepakt zou hij de elektrische stoel krijgen. Hij werd nog verbetener terwijl hij toch ergens wist dat het fout was. Hij was in net zo’n bui toen ze een supermarkt in Sherman, TX overvielen. Hij stond huilend met zijn pistool in zijn handen toen hij de trekker overhaalde.


Bonnie en Clyde waren nu voorpagina nieuws. Maar ze hadden zelf de tijd niet om te lezen wat hun levensverhaal werd. Voor hen was het vluchten en zigzag door Texas heen rijden, een nooit stoppende dolle auto marathon.

Ze besloten nu voor het eerst om een bank te overvallen. Dit werd echter een mislukking. Hun buit bedroeg maar een povere $80. Ze keerden terug naar Dallas om daar kerst te vieren met hun families. Clyde besefte dat ze een nieuw lid nodig hadden voor ‘de gang’ en dacht aan een 16 jarige jongen die hij nog van vroeger kende, Jones. Hij moest echter eerst bewijzen dat hij een auto kon stelen. Dit werd de test. Jones moest een aangewezen auto stelen, maar het lukte hem niet om hem vooruit te krijgen. De eigenaar kreeg het in de gaten, kwam naar buiten en trof daar Clyde achter het stuur aan met een huilende Jones. Clyde schoot de eigenaar dood en ging er vandoor met de auto. Bonnie volgde met de andere auto.

In maart 1933 kwam de broer van Buck vrij uit de gevangenis en hij trok met Clyde op. Hij bracht zijn mooie en sterke vrouw Blanche met zich mee.

Daarna woonden ze met zijn allen een tijdje in een appartement, de politie vond het appartement al verdacht en ging er een kijkje nemen, ze vonden een Kodak camera, krantenknipsels van de headlines van Bonnie en Clyde en ‘Wanted’ posters. Ook vonden ze de tas van Blanche en het identiteitsbewijs van Buck.

Even later was er het auto ongeluk. Bonnie was zwaar gewond aan haar been, een brandwonde. Clyde moest het risico nemen om een dokter te bellen. De dokter deed wat hij kon, maar raadde toch het ziekenhuis aan of een fulltime zuster. Maar Clyde ging zelf voor Bonnie zorgen, hij voedde haar, gaf haar haar medicijnen en droeg haar zelfs naar de badkamer. Overmand door de pijn bleef Bonnie maar vragen naar haar moeder. Clyde dacht dat het haar goed zou doen als hij een van haar zussen zou opbellen, Jean, die direct vanuit Dallas zou komen. Haar komst was een stap in de goede richting en Bonnie beantwoorde dit door erop vooruit te gaan.

De volgende auto die ze stalen was heel toevallig die van een dokter geweest, er stond een dokterstas in met van alles en nog wat erin, zodat Clyde door kon gaan met het geven van pijnstillers enz.
Ondertussen bleven de overvallen doorgaan. Op een dag hadden ze weer een confrontatie met de politie. Buck werd zwaargewond, Blanche had glas in haar ogen gekregen en was blind. De volgende morgen vond de politie hen weer.. Bonnie en Clyde vluchtten het bos in en lieten Buck en Blanche achter. Buck stierf 3 dagen later in een ziekenhuisbed, zijn hoofd en hersenen half weg. Blanche kreeg 10 jaar en ging naar de vrouwengevangenis.


Bonnie en Clyde stalen 2 dagen later weer een nieuwe auto. Jonas was verdwaald geraakt in een nabijgelegen recreatiepark en werd later opgepakt.

Detectives waren erachter gekomen dat Clyde’s moeder 21 november jarig was, een paar dagen later. Ze namen de gok en stelde zich de 21e verdekt op in de buurt van Cummie’s huis. En ze kwamen inderdaad. Maar weer was Clyde ze te slim af, hij trok zijn geweer en reed door.
Op 16 januari overvielen ze de gevangenis. Ze bevrijdden hun oude vriend Hamilton en zijn celmaat Henry, een autodief. Een bewaker overleefde de overval niet.

26 februari volgde weer een bankoverval. Op 1 april volgde een dubbele moord op twee patrouilleagenten. Later in april zouden ze hun laatste auto stelen. Gestolen vanaf een oprit van een prive verblijf, een 1934 zand-kleurige Ford V-8 Sedan. Het was een snelle auto, hij ging als een raket. Ze waren gek van die auto.

Op 6 mei zagen ze hun familie voor het laatst in Dallas, iedereen voelde het.

Bonnie vertelde haar moeder: “ Now Mama, don’t get upset….It’s coming. You know it. I know it…Mama, when they kill us, don’t ever say anything ugly about Clyde”. Toen gaf ze haar moeder een zelf geschreven gedicht die ze simpel ‘The Story of Bonnie and Clyde’ had genoemd.
Rond 22 mei werden de laatste voorbereidingen gemaakt om Bonie en Clyde te ‘vangen’. De politie was er achter gekomen dat ze overnachtten in het huisje van Henry, Henry’s vader was agent. Het plan was simpel. De weg erheen was erg smal en er waren veel geheime plaatsen naast de weg. Men zou zich daar opstellen en afwachten.
23 mei was de grote dag. Scherpschutters namen plaats. Zes politie agenten waren in de buurt: Ted Hinton, P.M. Oakley, B.M. Gault, Bob Alcorn, Henderson Jordan en Frank Hamer.


Bonnie en Clyde gingen net na zonsopgang op weg richting een nabij stadje. Om 15 minuten over 9 kwam de zandkleurige auto in zicht. “This is him” zei Hinton.
Hamer koos ervoor om niet de gebruikelijke waarschuwing te roepen, zeker niet bij Bonnie en Clyde die altijd wisten te ontsnappen bij het geringste dingetje. Hamer koos ervoor om alleen “SHOOT!” te commanderen…


Hinton schrijft later in zijn boek: “And when the firing subsided, Clyde is slumped forward, the back of his head a mat of blood…I scramble over the hood of the car and throw open the door on Bonnie’s side. The impression will linger with me from this instant, I see her falling out of the opened door, a beautiful and petite young girl…”. Er werden in totaal rond de 176 schoten gelost.

 

Bonnie’s Bril

Dit bericht werd geplaatst in Crime, Film en getagged met . Maak dit favoriet permalink.

Plaats een reactie