De Nez Percé Tragedie – Chief Joseph

lemand heeft ooit gezegd dat elke geschiedenis van een volk wordt geschreven inbloed. De geschiedenis van de Nez Percé indianen (Nimipu) is hierop geen uitzondering.

Weinig plekken in het Wilde Westen zijn zo beeldend voor de indiaanse oorlogen als die van Big Hole Battlefield in Montana. Deze plek herinnert aan de strijd van de Nez Percé tegen de blanke soldaten en vrijwilligers van de VS die hier uitgevochten werd tijdens de spectaculaire vlucht van de Nez Percé in 1877.


Voorgeschiedenis

Voordat de kolonisten het gebied binnentrokken, besloeg het territorium van de Nez Perce ongeveer 28.000 vierkante kilometer.
Traditioneel gebruikten stammen als Nez Percé, Shoshone, Salish en Kootenai de route (Nee Me Poo Trail, tegenwoordig Highway 93) door het dal van de Bitterroot River (ten zuiden van Missoula, richting Darby) op jacht naar de bizonkuddes op de prairies aan de andere zijde van de Sapphire Mountains. Het dal was ook de woonplaats van de Bitterroot Salish, maar hun gebied strekte uit over zich honderden mijlen. Dit kwam onder meer omdat de bergpassen over de continental divide (waterscheiding) hier relatief laag waren.


De expeditie van Lewis en Clarke, in 1805, (die grote delen van het Wilde Westen blootlegden) gooide echter roet in het eten. \iermoeid en uitgehongerd trok de Lewis and Clark expeditie het Nez Percé gebied binnen. De Nimipu boden hulp. Ze verschaften hen eten, kanoes, en gidsten hen de Clearwater Rivier af richting Snake en Columbia rivieren. ln ruil hiervoor pasten de Nez Fercé op de paarden van de expedietieleden totdat de ze zouden terugkeren. Al bleven Lewis en Clarke de Nez Percé eeuwig dankbaar, het opende wel de weg voor wat de indianen vreesden : de blanke kolonisten.


ln 1836 vestigden Henry en Eliza Spaiding een missiepost. Ze wisten veel Nez Percé tot het christendom te bekeren. Spalding’s intolerantie jegens de Nez Percé cultuur had echter tot gevolg dat velen zich van hem en het chistendom afkeerden.

Meer blanken trokken indiaans gebied binnen. De bianken brachten paarden met zich mee. De Nez Percé bleken uitmuntende paardenfokkers. Al gauw bezaten de stammen enorme kudden paarden.


De “Non-treaty” Nez Percé

ln 1855 werd een verdrag getekend waarin de Nez Percé het grootste deel van hun oorspronkelijke gebied mochten behouden. Echter was het mogelijk dat settlers er zich mochten vestigen met toestemming van de stammen. Alles verliep vlot tot met de vondst van goud in 1860. Het verdrag met de Indianen was plots geen stuiver meer waard.


Ongecontroleerd zwermden goudzoekers het gebied binnen, daarbij het verdrag overtredend. Stadjes werden gesticht en land werd ingenomen.

ln het kielzog van de goudkoorts, in 1863, dwong de regering de Nez Perce een nieuw verdrag te accepteren. Hierin werd het leefgebied van de stammen met 90% gereduceerd. Veel van de tot het christendom bekeerde Nez Percé ondertekenden het verdrag. De anderen niet. Die anderen kwamen bekend te staan als de “non-treaty”.

Deze patstelling hield enige jaren aan. De druk op de stammen nam al die tijd toe tot generaal O.O. Howard instructies kreeg de stammen desnoods met geweld in het aangewezen gebied te drijven. Het was de aanzet tot een reeks escalerende gebeurtenissen. Verschillende pioniers vonden hierbij de dood en de non-treaty stammen trokken zich terug in de White Bird Kloof.

Howard zond een klein detachement naar de kloof. Het Detachement werd volledig afgeslacht.


Generaal Howard zond hierop berichten naar alle windstreken om versterkingen. De non-treaty stammen beseften wel dat ze niet langer in ldaho konden blijven. Ze spraken af zich bij hun vrienden de Crow te voegen in Buffalo land (Wyoming). Ze zouden het Lolo Pad volgen om de Lolo Pass ten westen van Missoula over te steken. Via de Bitterroot Vallei trokken ze zuidwaarts.


Op de vlucht

Het was de aanzet tot een 1300 mijl (2100 km.) lange vlucht. Dat was nit niks, het was meer een volksverhuizing dan een vlucht. Toch wisten ze deze afstand in minder dan vier maanden af te leggen. Dit was geheel legen de wil van de autoriteiten.


Generaal Howard achtervolgde de stam met soldaten en vrijwilligers. Aangezien snelheid geboden was liet de kolonel de wagens met voorraden en een howitzer kanon achter. Een
kolonist leidde de groep soldaten over een bergpas die tegenwoordig bekend staat als Gibbons Pass en langs Trail Creek het dal in. Ondanks het feit dat de Nez Percé niets liever wilden dan de soldaten vermijden kwam het tot een aantal confrontaties.


Eén daarvan vond plaats in Big Hole. De Salish noemden de Eig Hole vallei La-Im-Tse-La-lik (huis van de grondeekhoom). De groep vluchtelingen bereikte de vallei op 7 augustus 1877. Hun gekozen leider Chief Looking Glass koos een oud kampement voor het opzetten van de tipis aan de voet van Battle Mountain. De lagere hellingen van Battle Mountain worden gekenmerkt door een boomloos, grassig gebied. In dit gebied lieten de Nez Percé hun paarden grazen terwijl hun kampement op de andere oever lag.


Kolonel GIBBON

Big Hole.

Gelegen in een weelderige, door winden gedomineerde vallei in het zuidwesten van Montana, vallen met name de schoonheid en de rust van het landschap op.

“Het is de pijnlijke ironie van de Amerikaanse geschiedenis dat zijn veldslagen op de mooiste plekken van het land werden uitgevochten.” Woorden van historicus Edward Linenthal.

Weinig is veranderd sinds de heroïsche aanval op het kamp van de Nez Percé op 9 augustus 1877.

ln de overtuiging dat ze de soldaten ver genoeg vooruit waren zette het opperhoofd geen wachtposten uit. Hij wist echter niet dat een tweede strijdmacht, onder leiding van kolonel Gibbon, was vertrokken vanuit Fort Shaw (Missoula) om generaal Hoover bij te staan. Deze strijdmacht achtervolgde de indianen op korte afstand.


Gibbon’s verkenners stuitten op het kamp van de vluchtelingen op de middag van 8 augustus. Voor het ochtendgloren stelden de soldaten zich in slagorde op op de westoever van de Big Hole River. Ze bevonden zich op minder dan tweehonderd meter van het kamp. De aanval moest eerder dan gepland worden ingezet omdat een toevallig stamlid van de Nez Percé het kamp had verlaten om zijn paarden te controleren. De soldaten schoten hem dood.

De soldaten baanden zich schietend een weg door het kamp. ln het vroege ochtendlicht vermoordden de soldaten alles en iedereen die ze tegen het lijf liepen: mannen, vrouwen, kinderen en ouden van dagen.

Chief Looking Glass

Chief Looking Glass en White Bird reorganiseerden hun krijgers en namen sluipschuttersposities in. Hun dodelijke precisie dwong Gibbon en zijn mannen tot een plek ten westen van de paardenweide, in een ravijn bekend als Battle Gulch, waar de bomen tot aan de valleivloer kwamen. Hier groeven de soldaten zich in. Naarmate het beleg langer duurde begonnen verschillende krijgers Chief Joseph te helpen met de gewonden en de doden te begraven. Ze verzamelden de paarden en braken het kamp op. Anderen bleven achter om de soldaten bezig te houden terwijl de rest zich gehaast uit de voeten nraakte. De vluchtelingen moesten hierbij veel van hun bezittingen achterlaten. De volgende morgen trokken de achtergebleven krijgers zich terug om zich bij hun stammen te voegen.

Chief White Bird

De volgende dag bereikte generaal Howard Gibbon’s troepen. Militair gezien hadden de Nez Percé de slag gewonnen, maar de prijs was hoog geweest: ongeveer negentig stamleden waren afgeslacht, waarvan er slechts dertig krijgers waren. De verliezen onder de soldaten waren eveneens hoog: maar liefst 29 soldaten waren gedood, en 40 gewond.

De Nez Percé beseften heel goed dat dit slechts het begin was. Hun vlucht was er nu één op leven en dood. Een ware Odyssee volgde waarbij de troepen de stammen voortdurend op de hielen zaten, en die velen het leven zou kostten.


Lean Elk nam na het strategisch debacle van Chief Looking Glass, de leiding over. De stammen bleven zuidwaarts trekken richting Shoshone gebied, waar ze versterkingen hoopten op te pikken. Sommige jeugdige krijgers zetten het onderweg op een plunderen. De vluchtelÍngen trokken door Yellowstone.

Een slag ten noordoosten van Yellowstone bij Clark’s Fork Canyon, volgde met de troepen van kolonel Sturgis. De Nez Percé versloegen Sturgis’troepen. ln Crow land aangekomen ontdekten ze dat deze hen geen hulp wilden of konden konden bieden. Ze besloten uiteindelijk zich bij Sitting Bull in Canada te voegen.

Aan de tocht kwam een eind toen ze op 30 september, vlakbij de Bear Paw Mountains slechts 40 mijl ten zuiden van de Canadese grens verrast werden door soldaten onder leiding van kolonel N. A. Miles. Na vijf dagen strijd en onderhandelingen, gaf Chief Joseph zich over aan Miles. Van de 800 Nez Percé die de tocht hadden aangevangen, restten er slechts 431.

Desondanks wisten nog 200 Nez Percé Canada te bereiken.


Chief Joseph -(Hinmaton-Yalaktit)

Chief Joseph, algemeen beschouwd als één van de grootste strategen van de indianen, speelde een grote rol in het laatste hoofdstuk van de’lndianen Oorlogen’ van het Wilde Westen.

Hij volgde zijn vader, als opperhoofd, op na diens dood in 1873. Zodoende werd hij automatisch de leider van de “non-treaty” Nez Percé in hun hopeloze verzet tegen het verdrag van 1863.

Toen hij eenmaal onder ogen zag dat zijn tweehonderd krijgers geen partij vormden voor het VS leger, beraamde hij een grootse ontsnapping voor de vrouwen, mannen en kinderen uit zijn stam naar Canada. Hij leidde zijn groep vluchtelingen gedurende een 1300 mijl lange tocht dwars door Montana, Wyoming en opnieuw Montana, richting Canada. Hierbij bleven ze de troepen van Howard voor en versloegen die van Gibbon. Geprezen om zijn medemenselijkheid in oorlogvoering, wijdde hij zijn verdere leven aan de belangen van zijn volk.

Hij stierf in Nespilim, ColevilleReservaat, Wash ington.


Uitspraken van Chief Joseph:

” lk heb veel woorden horen spreken, maar niets is volbracht. Mooie woorden vervliegen tenzij ze tot resultaat leiden. Woorden brengen de doden van mijn volk niet terug. Ze vergelden het verlies van mijn land niet, dat nu wordt overspoeld door de witte man. Mooie woorden brengen mijn volk geen gezondheid en staakt hun sterven. Mooie woorden geven mijn mensen geen dak boven hun hoofd waar zij in vrede kunnen leven. lk ben MOE van woorden die tot niets leiden. Het maakt dat mijn hart weent als ik denk aan alle mooie woorden, en alle beloften die gebroken zijn.”

“De aarde is onze moeder. Ge zoudt haar niet moeten storen met ploeg of zeis. We kunnen perfect overleven met alleen dat wat Moeder Aarde ons vrijelijk geeft”

“lk geloof dat ons veel pijn en bloed bespaard zou blijven als wii onze harten wat meer openstelden. lk vertel u in mijn eigen woorden, hoe wij indianen de dingen zien. De witte man kent veel meer woorden dan ik om te zeggen hoe hij de dingen ziet. Maar de waarheid heeft niet zoveel woorden nodig.”

“Als de blanke met ons in vrede wil leven…dan is dat heel eenvoudig. Strijd is niet nodig. Behandel alle mensen gelijk … geef hen dezelfde wetten. Geef hen gelijke kansen om te leven en te groeien. Je kunt net zo goed verwachten dat de rivieren stroomopwaarts stromen als te denken dat een in vrijheid geboren man gelukkig zal zijn met een bestaan, opgesloten en zijn vrijheid ontzegd. Wij vragen slechts om gelijke kansen. Om erkend te worden als mens. Laat ons vrij zijn. Vrij om te gaan, vrij om te blijven. Vrij om te werken. Vrij om mijn eigen leermeesters te kiezen. Vrij om het geloof te kiezen van mijn voorvaderen. Vrij om te denken, te spreken en te handelen.”

Dit bericht werd geplaatst in Indianen en getagged met , . Maak dit favoriet permalink.

Plaats een reactie