De Nekker

In de volkse fantasie was de natuur bevolkt met duistere wezens, werden levenloze dingen levend, hadden dieren zielen. Net zoals pastoors hun gelovigen dreigden met niet bestaande duivels, branden in de hel, en het niet naar de hemel gaan, maakten de volwassenen hun kinderen bang met al even verzonnen boemannen.

Zo werd gedreigd met: de Korenpater, de Loekebeer, de Loekeman, de Nekker (Waterduivel), de Vriezeman enz…  Het moet wel gezegd dat sommige van die schrikfiguren ontstaan zijn uit veel oudere verhalen over de Germaanse goden, die (zij het in aangepaste vorm) de tand des tijds en der kerk hadden doorstaan.

De onbekende natuurelementen boezemden de primitieve volksmensen angst in. Wie zich vermetel gedroeg, kon een vijandige reactie verwachten van de water-, lucht-, of vuurgeesten. Vijvers, bronnen en poelen waren voor de de vroegere bewoners van de Zuiderkempen toegangspoorten tot de onderwereld.  Met name in het water leefde de Nekker, de Waterduivel, in de streek ook wel de Hakeman genoemd.  Verhalen deden de ronde van de “waternekker”, die men “op slag van middernacht in de vijver hoorde “boddelen en spartelen”. Het woord “nekker” komt van het Indogermaanse “nigw” wat wassen betekent. Het feit dat men ook spreekt van een “waterduivel” wijst weer op de satanisering door de Kerk. Volgens het verhaal had deze “duivel” de macht om mensen in de vijver te lokken. Later werd de dreiging met de Nekker of Hakeman gebruikt om de kinderen bij de waterput weg te houden.

Een nikker of nicker of nekker of necker is een mythisch wezen, een waterduivel.

In middeleeuwse literatuur komt de nikker in verschillende verschijningen en karakters voor. Zo geeft het Visboeck van Adriaen Coenen, geschreven tussen 1577 en omstreeks 1581, hiervan een voorbeeld. In het genoemde werk is op fol. 169ro sprake van ‘geesten of goede duvelen’ die men in Coenens jaren kwalificeerde als ‘hoefsen of hoofgen Nickers’. Die door Coenen vermelde wezens waren, naar uit zijn tekst blijkt, weliswaar plagerig, maar daarnaast hulpvaardig van geest en opgewekt van aard. Uit het Visboeck kan verder worden opgemaakt dat de nikker leefde in de zee want, nadat hij de mensen, groot en klein, had vermaakt, floot en schaterde hij alsof hij lachte, waarna hij vervolgens terug dook in het zeewater. Daarnaast treft men in 16e en 17e eeuwse literatuur zekere vermeldingen aan van nikkers die als boosaardige wezens worden aangemerkt.

Te Mechelen leeft de legende voort in De Nekker en station en wijk Nekkerspoel, hier heeft Sint Rombout de nikker overwonnen.

De verhalen over en signaleringen van Oude Rode Ogen begonnen in de vijftiende eeuw, na meldingen dat kinderen op onverklaarbare manier verdwenen. Ze zouden het slachtoffer zijn van een kannibalistische gedaanteverwisselaar.

Ooggetuigen verklaarden dat er een grote naakte zwarte man wegrende, nadat hij probeerde een jong meisje uit haar bed te ontvoeren. Er werd op deze man geschoten, waarna hij in een grote zwarte hond veranderde. Niet lang daarna werd een zwarte zwerver nabij Nekkerspoel gelyncht en levend gevild. De huid van deze man zou zijn begraven in de kelder van de Sint-Romboutskathedraal in Mechelen.

Vanaf de achttiende eeuw (tot in de huidige tijd) wordt een geestachtige donkere figuur met vurige rode ogen gesignaleerd in Mechelen en omgeving. Er wordt verteld dat hij zijn huid zoekt om weer de gehele demonische figuur te worden die hij ooit was.

Tijdens de twintigste eeuw werd de figuur bekend als de nikker, de nekker of de neger. Het wezen zou levende kinderen eten, als ze na bedtijd nog op zouden zijn.

Volgens het boek The Beast of Flanders (Vincent Menten) werden mensen doof, stom en blind na het zien van de nekker.

Een moeder drukte haar kinderen altijd op het hart dat ze niet te ver over de rand van de waterput mochten leunen. In de put zat namelijk een zwarte duivel die kleine kinderen met een lange haak naar beneden trok.

Dit bericht werd geplaatst in Folklore en getagged met . Maak dit favoriet permalink.

3 reacties op De Nekker

  1. ceeschamuleau zegt:

    Goed verhaal. Wij hadden vroeger ‘Jan-den-Haak’, om ons kinderen bij het water vandaan te houden.

    Ceesgegroetje

  2. Erlend zegt:

    It’s always fun to read about these things, especially when it’s a legend to be found in different countries. I remember that last picture from old text books; I hope you have the time to check out more of T.H. Kittelsen’s work on Norwegian myths and fairy tales.

    Thank you!

  3. Eritia zegt:

    Ik ben op zoek naar het boek van Vincent Menten, als iemand een idee heeft waar dat te lokaliseren valt, graag een mailtje !

Plaats een reactie