La Bande à Bonnot

Anarchistische commune vóór WO I maakt onder invloed van Jules Bonnot de stap van theorie en geschriften naar de praktijk en begaat reeks misdaden in Frankrijk en België die resulteert in onderlinge verdeeldheid, maar dan is de politie hen al op het spoor. Scenario is ideologisch goed uitgewerkt en mist absoluut geen dramatische overtuigingskracht. Visuele reconstructie in stijl van oude tijdschriftillustraties is zeer geslaagd, terwijl alle acteurs ideaal gekozen zijn.


Brel is Raymond-la-Science en Bruno Cremer is Jules Bonnot


De Geschiedenis nu.

Jules Bonnot (geboren 14 Oktober 1876) verliest zijn moeder wanneer hij vijf is. Zijn ouderer broer pleegt even later zelfmoord als gevolg van een mislukte liefde. Zijn vader staat er alleen voor.

Anarchisme

Bonnot begint te militeren voor de anarchistische beweging. Hij wordt omwille van zijn militante houding weggestuurd van de Spoorwegen en vindt geen werk meer. Hij vertrekt naar Zwitserland. Zijn zwangere vrouw bevalt maar een paar dagen later sterft zijn kind (Emile). Steeds omwille van zijn militante houding wordt hij nu ook Zwitserland uitgezet.

Als mechanieker vindt hij gauw werk nabij Lyon in de opkomende autoindustrie. Weer omwille van zijn politieke houding en de stakingen ziet hij zich verplicht om ook hier weg te gaan. Hij gaat naar Saint Etienne.

Hier logeert hij bij de baas van zijn syndikaat, die echter aanpapt met zijn vrouw. Ze verlaat Bonnot met haar minnaar en vertrekt naar Zwitserland. Bonnot verliest zijn werk en wordt “chômeur” zoals zeer velen in die tijd. Tussen 1906 en 1907 probeert hij een zelfstandig mechaniekersbedrijfje op te zetten, maar dat mislukt. Hij gaat naar Engeland waar hij o.m. chauffeur wordt van Sir Arthur Conan Doyle, de geestelijk vader van Sherlock Holmes.

La bande à Bonnot

Eind 1910 is Bonnot terug in Lyon. Hij gaat nu de auto, die hij zo goed kent, als crimineel wapen gebruiken : een De Dion – Bouton.
Hij wordt gezocht door de politie en verlaat snel Lyon, samen met zijn kompaan Platano die hij onderweg vermoordt.

Eind november 1911 ontmoet Bonnot op de Zetel van de krant “L’anarchie” een aantal gelijkgestemden met wie hij een bende zal vormen.


De voornaamste bendeleden zijn Octave Garnier en Raymond Callemin (« Raymond-la-science »). Verder hebben we Élie Monnier (« Simentoff ») Édouard Carouy, André Soudy, en tenslotte Eugène Dieudonné, wiens rol niet erg duidelijk is.De komst van Bonnot zal de groep doen besluiten om de daad bij het woord te voegen en tot aktie over te gaan

De overval op de Société générale

Op 14 december 1911, stelen Bonnot, Garnier en Callemin een automobiel die ze zullen gebruiken bij hun overvallen. De keuze is een groen en zwarte Delaunay-Belleville, 12 CV, model 1910, snel en betrouwbaar..


Op 21 december 1911, om 9 uur, volgt de eerste overval in Parijs. Bonnot, Garnier, Callemin – en mogelijk een vierde man – overvallen de Société Générale. Ze vallen de ontvanger aan op straat. Garnier en Callemin verlaten de auto en vuren op de beide mannen (de ontvanger en zijn lijfwacht).Bonnot zit aan het stuur. Garnier schiet tweemaal op de ontvanger die neervalt, ernstig gewond. Callemin pikt de aktentas van de ontvanger op en rent richting de wagen. Hij laat echter de “saccoche” vallen en wordt verplicht terug te gaan. Hij vuurt op een persoon die naar hem toekomt, neemt de saccoche op en vlucht met de bende weg.

Dit is de eerste keer dat een automobiel wordt gebruikt bij een overval. ’s Anderendaags staat deze overval op de frontpagina van alle kranten.

De Bende is echter ontgoocheld. De buit bedraagt slechts enkele obligaties ter waarde van 5000 Franken. Ze laten hun wagen achter in Dieppe en gaan terug naar Parijs. Callemin poogt de obligaties in België te verzilveren.

Ondertussen ontdekt de politie dat de overval gelinkt moet worden aan de anarchistische beweging, wat de weerklank van de zaak vergroot.

De Bende gaat verder met haar overvallen.

1911 Gent : Bonnot, Garnier en Carouy pogen een auto te stelen. Ze worden echter betrapt door de eigenaar die het vuur opent. Garnier schiet hem neer samen met een nachtwaker.


Op 27 februari 1912, stelen Bonnot, Callemin en Garnier opnieuw een Delaunay-Belleville. Een politieman die de bestuurder van de wagen tegenhoudt omwille van zijn roekeloos rijgedrag wordt koudweg vermoord door Raymond-la-Science Deze nieuwe moord op een politieman deze keer doet de publieke opinie overslaan. ’s Anderendaags in Pontoise proberen ze een notaris te overvallen, maar dit mislukt..

Ondertussen wordt Eugène Dieudonné aangehouden. Hij ontkent elke betrokkenheid bij de Bende, hoewel hij toegeeft dat hij de leden kent en dat hijzelf anarchistische sympathieën heeft.


Op 19 maart 1912 veroorzaakt een brief, gepubliceerd in de krant Le Matin, een echte sensatie. In deze open brief provoceert Garnier de politie en daagt hen uit hem te komen vinden. “Ik weet dat ik het onderspit zal delven” zegt hij “maar ik zal jullie de prijs doen betalen.” Dieudonné probeert hij wit te wassen door te zeggen dat de misdaden waarvan deze wordt beschuldigd door hem zijn gepleegd. De brief wordt ondertekend door een paar vingerafdrukken, die als authentiek worden erkend.


Op 25 maart 1912 gaat het gebruikelijke trio, Bonnot, Garnier en Callemin, samen met enkele anderen een nieuwe wagen stelen. De overval gebeurt op een verlaten weg te Montgeron. De chauffeur en de eigenaar worden koudweg vermoord. De bende is euforisch en besluit onmiddellijk de Société générale te Chantilly te overvallen.


Het wordt een geïmproviseerde overval. Garnier, Callemin, Valet en Monnier schieten twee bedienden neer. Ze stelen goud, en een groot aantal bankbiljetten en geraken gemakkelijk weg.

Het Einde

Dit zal de laatste overval worden. De politie –waarschijnlijk getipt – slaagt erin om progressief de Bende te ontmantelen.

Op 30 maart 1912, wordt Soudy gearresteerd. Op 4 april 1912, is het de beurt aan Carouy. Op 7 april 1912 arresteert de politie Callemin, een zeer belangrijke vangst want hij is een van de protaginisten van de Bende. Monnier wordt enkele dagen later gearresteerd.

Op 24 april 1912 doet Louis Jouin, de nummer twee van de Sûreté Nationale een huiszoeking te Ivry-sur-Seine bij een sympathisant van de anarchisten. Hij erkent in een kamer – tot zijn grote verbazing Bonnot, die hem neerschiet en wegkomt. Bij dit vuurgevecht wordt Bonnot echter gewond en hij gaat bij een Apotheker om zich te laten verzorgen. Hij zegt dat hij van een ladder is gevallen. Deze echter gelooft er weinig van en verwittigt de politie. Zo heeft de politie een min of meer duidelijk beeld van de regio waar Bonnot verblijft.


De streek wordt zeer zorgvuldig uitgekamd en op 27 april 1912 vindt men Bonnot in zijn schuilplaats te Choisy-le-Roi. Bonnot kan zich verschansen in het huis. De chef van de Sûreté neemt het wijze besluit van niet aan te vallen, maar te wachten op versterking. Deze versterking komt na een paar dagen in de vorm van een détachement Zouaven met een mitrailleuse Hotchkiss (het laatste model)

Bonnot zelf vuurt af en toe op zijn belagers, maar zonder veel erg. De uiteindelijke bestorming laat op zich wachten en geeft Bonnot de tijd om een soort testament te schrijven.


Uiteindelijk beslist luitenant Félix Fontan om het huis te laten dynamiteren. Levensgevaarlijk gewond door de explosie sterft Bonnot tijdens de ultieme bestorming.

Garnier, auteur van de meeste moorden, wordt op 14 mei 1912 gelocaliseerd in een paviljoen te Nogent-sur-Marne. Weer volgt een beleg dat fataal afloopt voor Garnier. Hij wordt gedood tijdens de bestorming. De politie moest daarna de menigte uiteendrijven die het lichaam van Garnier wilde in stukken scheuren.


Het Proces van de anderen

Het proces van de overlevenden begint in februari 1913. De voornaamste beschuldigden zijn Callemin, Carouy, Metge, Soudy, Monnier, Dieudonné, en Victor Serge.


Callemin is de belangrijkste overlevende. Hij gebruikt het proces om een laatste keer zijn ideeen over « rechtvaardigheid » te etaleren.

Callemin, Monnier, Soudy en Dieudonné worden ter dood veroordeeld. Carouy en Metge wordenveroordeeld tot levenslange dwangarbeid. (Carouy zal zelfmoord plegen in zijn cel). Victor Serge krijgt 5 jaren opsluiting : hij is erin geslaagd om niet door te gaan voor het brein achter de Bende. Bij het voorlezen van het verdict neemt Callemin het woord en neemt alle schuld op zich, en probeert nogmaals Dieudonné te ontlasten. Hierop zal de advokaat van deze laatste een gratieverzoek indienen dat wordt ingewilligd. Dieudonné’s veroordeling wordt omgezet in levenslang.

Op 21 april 1913 worden de veroordeelden geguillotineerd voor het Prison de la Santé te Parijs.

Dit bericht werd geplaatst in Crime, Film en getagged met , . Maak dit favoriet permalink.

Plaats een reactie