Walcheren – De slag om de Schelde 1944

De Slag om de Schelde was een zeer belangrijke militaire operatie in het noorden van België en het zuidwesten van Nederland (Zeeland) op het einde van de Tweede Wereldoorlog.

Het doel was eenvoudig : de Scheldemonding vrijmaken zodat Antwerpen een belangrijke geallieerde aanvoerhaven zou worden voor de geallieerde legers. De stad Antwerpen was reeds bevrijd; maar het gebied van de Scheldemonding tot de stad nog niet. Die taak werd opgedragen aan  het Canadese 1e Leger.

Na vijf weken met enkele van de moeilijkste gevechten uit de gehele oorlog, waaronder een aantal amfibie landingen en aanvallen over open terrein, was de slag gewonnen door de Canadezen, Polen en Britten van het Canadese 1e Leger.

Ondertussen was het Britse Tweede Leger opgerukt tot in Zuid-Nederland. Op 17 september landden drie Britse en een Amerikaanse luchtlandingsdivisie, samen met een Poolse luchtlandingbrigade, achter de Duitse linies bij Nijmegen, Eindhoven en Arnhem. Deze landingen, codenaam “Operatie Market Garden”, hadden als doel een brug over de Rijn bij Arnhem in handen te krijgen en door te stoten naar het IJsselmeer. De operatie mislukte en bij Arnhem werden 1400 van de 11.000 man gedood en ruim 6000 man krijgsgevangen gemaakt. (de film “A bridge too far” gaat hierover)
De hoop op een spoedig einde van de oorlog verzwond.

Het veroveren van een belangrijke havenstad werd nu een topprioriteit met de lange aanvoerlijnen en de winter in het vooruitzicht. Het Britse Tweede Leger had Antwerpen met haar havens nog bijna intact in handen kunnen krijgen.

Versperringen op de Stranden

De Duitsers echter beheersten nog de oevers van de Westerschelde, de zeearm via welke Antwerpen vanuit de Noordzee bereikbaar is. Het was absoluut nodig om beide zijden van de toegangsweg in handen te krijgen.

Het Plan :

Het plan voor de opening van de Scheldemonding bestond uit vier operaties :

De eerste operatie was het bevrijden van het gebied ten noorden van Antwerpen om de toegang tot het schiereiland Zuid-Beveland veilig te stellen.

De tweede was het opruimen van de Breskens pocket ten noorden van het Leopoldkanaal (“Operatie Switchback”).

De derde, “Operatie Vitality”, was de verovering van Zuid-Beveland.
De slotfase zou de verovering van Walcheren zijn, dat door de Duitsers in een sterke vesting was veranderd, een moeilijke klus.

De strijd om Walcheren – eind 1944

Op 4 september 1944 was Antwerpen in handen van de geallieerden gevallen. Van daar uit trokken de geallieerden op naar Zeeuws-Vlaanderen, dat voor het eind van de maand oktober was bevrijd.

Doordat aan de overkant van de Schelde het Duitse leger zich verschanst had was het echter onmogelijk de voor de oorlogsvoering belangrijke aanvoerhaven te gebruiken. De Duitsers hadden, vooral op Walcheren, grote bunkerstellingen met vérdragend geschut gebouwd. Men besloot een strategische inundatie (onder water zetten)  van Walcheren uit te voeren om de Duitse positie te verzwakken.

Waarschuwingen voor de bombardementen.

Op de middag van 3 oktober 1944 volgt de eerste aanval. 247 Lancaster bommenwerpers vallen de Westkapelse Zeedijk aan. Deze wordt over een lengte van 120 meter weggevaagd, het dorp wordt vrijwel geheel verwoest. Hierbij vallen meer dan 120 doden. Het doel, geheel Walcheren onder water zetten, wordt echter met dit bombardement nog niet bereikt.

Gat in de Nolledijk.

Op 7 oktober volgt weer een bombardement met 59 Lancasters op de Vlissingse Nolledijk. Daar wordt een gat van twintig meter in geslagen. Tegelijk wordt de zeedijk bij Rammekens aangevallen. Daar ontstaat een gat van vierhonderd meter. De omvang van de inundatie is de geallieerden nog steeds onvoldoende.

Op 11 oktober volgt er nogmaals een bombardement. Nu bij de Oostwatering bij Veere, waar zestig Lancasters de dijk aanvallen. Na deze dijkaanvallen volgen nog vele aanvallen op de kustbatterijen. Deze verlopen echter lang niet zo succesvol.

Hoewel het water nu wat sneller oprukt, is het nog niet genoeg en op 11 oktober wordt ook de dijk tussen Veere en Vrouwenpolder op verschillende plaatsen vernield en op 17 oktober volgt nog een tweede bombardement bij Westkapelle. Tot slot worden op 24 oktober de sluizen bij Vlissingen gebombardeerd waardoor het zeewater door het Kanaal door Walcheren kan oprukken. Plannen van de Duitsers om nooddijken aan te leggen lopen stuk op de onwil van de bevolking zich hiervoor in te laten schakelen. Enkele dagen daarna heeft de Duitse verdediging zich in enkele geïsoleerde hooggelegen stellingen teruggetrokken.

Verwoesting Westkapelle

Het geallieerde opperbevel stelt een plan op voor de bevrijding van Walcheren. Dit plan bestaat uit verschillende operaties:
1. Operatie Infatuate I: Een landing in Vlissingen vanuit Breskens
2. Operatie Infatuate II: Een landing in Westkapelle vanuit Oostende
3. Operatie No name: een aanval via de Sloedam vanuit Zuid-Beveland.

De geplande invasiedatum wordt 1 november 1944.

Op 1 november 1944 is het winderig en koud weer, maar de invasie gaat toch door. Om 04.45 uur begint het artilleriebombardement op Vlissingen. Een uur later volgt de eerste aanvalsgolf.

Op 1 november om 03.15 uur gaat operatie Infatuate II van start. Om 08.20 uur openen de Warspite en de Roberts het vuur op de kustbatterijen. De batterijen W15 (Westkapelle) en W17 (Domburg) worden uitgeschakeld. Even na 10.00 uur bereikt het eerste landingsvaartuig de kust van Westkapelle. Er zijn dan al negen ondersteuningsvaartuigen gezonken en elf uitgeschakeld.

Aanval op Westkapelle – Inname

Meerdere Noorse, Belgische en Nederlandse commando’s slagen erin om voet aan wal te zetten. De kustbatterij W15 wordt veroverd en rond 11.45 uur is Westkapelle in geallieerde handen. De voortgang wordt vertraagd door de grote verliezen aan materieel en mensen. Tevens zijn veel commando’s noordelijk van het dijkgat geland, terwijl ze zuidelijk hadden moeten landen. Pas tegen de avond van 1 november geeft de Zoutelandse batterij W13 zich over.

In de ochtend van 2 november wordt Zoutelande bevrijd en worden de vele Duitse soldaten er  gevangen genomen. De opmars gaat nu verder richting Vlissingen. Bij Dishoek lukt het die dag echter niet meer batterij W11 in te nemen.

Pas na versterking is een nieuwe aanval op de batterij W11 succesvol. Ook bij Domburg stokt de aanval door felle Duitse tegenstand. DeDuitsers zich pas over op 6 november. Driehonderd Duitsers worden er gevangen genomen.
Het laatste Duitse bolwerk is batterij W19 bij Vrouwenpolder. Op 8 november geven ook daar de troepen zich over.

Generaal Daser.

Op Walcheren is geen tankmacht aanwezig. De geallieerden besluiten op 6 november dan maar de elf aanwezige Buffalo’s naar Middelburg te sturen. De Duitse Generaal Daser wil zich over geven, maar dan wel aan een hooggeplaatste officier. Majoor Johnston blijkt de enige aanwezige officier te zijn met een hoge rang. Hij is de commandant van het 7/9 Bataljon Royal Scots. Johnston laat zich tijdelijk tot ‘kolonel’ promoveren en weet zo de generaal tot overgave te dwingen. Die levert zijn pistool in.

Op de Markt van Middelburg staan enige tijd circa tweeduizend Duitse krijgsgevangenen. Ze worden door een 120-tal Schotten en enkele manschappen van de Orde Dienst bewaakt. De volgende dag komt er versterking en worden de gevangenen afgevoerd.

Franse Commando’s in Middelburg

Al op 2 november 1944, nog tijdens de gevechten, beginnen de eerste mijnenvegers de Westerschelde schoon te vegen. Dit karwei, bekend onder de naam ‘operatie Calendar’, neemt veel tijd in beslag. Pas op 26 november wordt de Westerschelde vrijgegeven van magnetische- en oestermijnen voor het scheepvaartverkeer. Diezelfde dag lopen al drie kustvaarders de haven van Antwerpen binnen.

Verdronken Westkapelle

Tweemaal per dag stroomde de Noordzeevloed Walcheren binnen. Grote, diepe geulen ontstaan landinwaarts bij de plaatsen waar het water binnenkwam. Ook nu nog zijn deze plaatsen te herkennen in het landschap als kreken of welen vlak bij de zeewering. Een zo’n Kreek is nu een toeristische trekpleister (de kreek bij Westkapelle). De lagere gedeeltes stonden permanent onder water, de hogere vielen droog bij eb.

De dorpskernen, die van oudsher al op hoger gelegen plaatsen zijn gesitueerd, bleven vaak droog. Doordat het water maar langzaam steeg waren er als direct gevolg van de inundatie weinig slachtoffers, maar vooral in Westkapelle zijn veel slachtoffers onder de bevolking gevallen door het eerste bombardement. Toch zijn daar mensen verdronken, maar dat kwam doordat ze gekneld zaten onder het puin en niet weg konden komen.
Veel vee kon niet worden geëvacueerd en verdronk. Alle vegetatie die in het zoute water stond ging dood en de bodem raakte met zout doortrokken, waardoor land- en tuinbouw langere tijd bemoeilijkt werden.

Het dichten van de dijken, al in november 1944 begonnen, ondervond ernstige problemen door gebrek aan materialen zoals rijshout en stenen, slechte transportmiddelen en het ontbreken van infrastructuur. De aanwezige mijnenvelden leverden gevaar op.

Pas in juli 1945 komt de operatie goed op gang. Dat duurde zo lang omdat personeel en materieel uit de rest van Nederland pas na 5 mei 1945 ingezet konden worden. Toen kwam ook zwaar materieel van het leger beschikbaar, zoals bulldozers en vrachtwagens. Op 3 september lukt het om de Nolledijk bij Vlissingen te sluiten, om drie weken later door slecht weer opnieuw door te breken. Op 2 oktober wordt het gat weer gesloten en dezelfde dag wordt ook de dijk bij Westkapelle gedicht. Op 23 oktober wordt het gat bij Veere gesloten. Het westelijke deel van Walcheren, 14 duizend hectare groot, is hiermee afgesloten.

de ‘Shermantank’ op de zeedijk bij Westkapelle, opgericht voor de 4e Commando Brigade

Dit bericht werd geplaatst in Oorlog en getagged met , , . Maak dit favoriet permalink.

Een reactie op Walcheren – De slag om de Schelde 1944

  1. ceeschamuleau zegt:

    Ik ben verrast je te vinden doordat ik zocht naar foto’s van de bevrijding van Zeeland. Mooi blog. (Mag ik er eentje lenen?)

    Ceesgegroetje

Plaats een reactie