John Sutter’s Mill

De Californische goldrush begon op 24 januari 1848 toen James Wilson Marshall goud vond bij ‘Sutter’s Mill’ waar hij bezig was om voor John Sutter een kleine molen te bouwen langs de rivier ten noordoosten van het tegenwoordige Sacramento.

De ontdekking werd in maart 1848 gepubliceerd in de krant ‘San Fransisco’. Eerst geloofde niemand het bericht.

De vonk die in mei 1848 de jacht opende kwam van Sam Brannan, een winkelier in Sutter’s Creek, die in San Fransisco rondrende met een fles gevuld met goudstof.

Hij gilde : ”Goud! goud! van de American River!”

De stormloop begon.

Werklui en de bemanningen van de schepen in de haven van San Fransisco verlieten hun werk, de twee kranten in San Fransisco moesten hun deuren sluiten omdat het personeel besmet was door de goudkoorts en de meeste kustplaatsen stroomden leeg omdat de inwoners als toekomstige goudzoekers naar de goudvelden vertrokken.

Op 19 augustus 1848 was de ‘New York Herald’ de eerste grote krant aan de oostkust die schreef dat er goud gevonden was en op 5 december bevestigde president James Polk de ontdekking van goud in het Congress.

Al gauw kwamen golven immigranten van de hele wereld (“herds of locusts”) naar het gouden land Californië.

Een volkstelling in San Fransisco in april 1847 liet zien dat de stad bestond uit 79 gebouwen en 800 inwoners. In december 1849 was de bevolking al gegroeid tot meer dan 50.000 inwoners.

De massale toestroom van fortuinjagers hadden de ooit Mexicaanse provincie veramerikaanst en Californië kreeg in 1850 de erkenning als de 31e staat van Amerika.

John Sutter was ontmoedigd en wilde het nieuws van de goudvondst op zijn land stil houden omdat hij vreesde voor  zijn plannen voor een landbouw grootmacht, die op grote schaal was gestart door de staat. Zoals Sutter al gevreesd had werd hij geruïneerd.

Zijn werklui gingen er vandoor om goud te zoeken, de schatzoekers namen zijn land over en stalen zijn groenten en vee.

“Door deze plotselinge vondst van goud zijn al mijn grote plannen verwoest. Ik was succesvol een aantal jaar voordat het goud werd gevonden. Ik zou de rijkste zijn aan de  westkust. In plaats van rijk ben ik geruineerd…”

Hij stierf in 1880 en had de rest van zijn leven zonder succes gevochten voor enige compensatie.

De Goldrush.

Toen het nieuws van de vondst zich verspreidde, kwamen er uiteindelijk zo’n 300.000 mensen naar Californië.

Deze eerste goudzoekers, “49 ers” genoemd, reisden vanuit de hele wereld en hoewel de meeste van de nieuw gearriveerden Amerikanen waren,  trok de goudjacht ook velen uit Latijns Amerika, Europa, Australie en Azië aan.

Het was een loodzware tocht waarbij de mensen veel tegenslagen en zelfs de dood tegenkwamen.

In het begin reisden de meeste gelukzoekers over zee. Voor de immigranten die over de oceanen kwamen werd San Fransisco de populairste eindbestemming.

Uiteindelijk kozen de meeste goudzoekers voor de route over land door de Verenigde Staten, langs de Californische spoorwegen.

Velen maakten de reis te voet of met een huifkar. Het kon negen maanden duren eer men in Californië aankwam.

Na de reis gemaakt te hebben vonden ze enorm zwaar werk zonder garantie op succes.

Het sterftecijfer was erg hoog en een op de vijf mijnwerkers die kwam in 1849 was binnen zes maanden dood.

Er heerste ordeloosheid en rasicsme.

San Fransisco groeide uit van een klein gehucht naar een stad met wegen, kerken en scholen. Ook werden er andere steden omheen gebouwd.

Bedrijven schoten uit de grond om aan de behoeften van de goudzoekers te  voldoen. Sommige van deze bedrijven bestaan nog steeds zoals Levi Strauss en Wells Fargo.

Om aan de eisen van de nieuwe aankomelingen te voldoen brachten schepen goederen van over de hele wereld; porcelein en zijde vanuit China en bier vanuit Schotland.

Bij het bereiken van San Fransisco deserteerden de meesten scheepslui  om naar de goudvelden te gaan.
De scheepswerven en havens van San fransisco werd een woud van masten toen honderden schepen werden verlaten.

Inwoners namen de schepen in beslag en veranderden ze in warenhuizen, winkels, cafe’s, hotels en een in een gevangenis.

De meeste schepen werden later vernietigd.

De goudzoekers.

De eerste gelukkigen die aankwamen vonden stukjes goud in de stroombeddingen. Ze verdienden snel een hoop geld.

Het goud was gratis voor wie geluk had om het te vinden.
Maar velen kenden dit geluk niet.

Het goud lag lang niet voor iedereen voor het opscheppen en niet iedere gelukszoeker bezat de kunst om te overleven in dit harde bestaan.

Goddeloosheid, discriminatie, moord en doodslag, zij waren er aan de orde van de dag en menigeen liet op de Californische goudvelden niet meer achter dan zijn stoffelijke resten.

In het begin haalden de goudzoekers hun goud uit stromen en rivierbeddingen met gebruik van simpele methoden en gingen later gebruik maken van slimmere methodes die over de hele wereld werden gebruikt.
Een klein aantal mensen werd enorm rijk maar de meesten keerden terug naar huis met niet meer dan waar ze mee kwamen.

Dit bericht werd geplaatst in Wild West en getagged met , . Maak dit favoriet permalink.

Plaats een reactie